Pinguïn.

Lijf (bovenkant) (zwart)

We starten bovenaan met een Magic loop (draadlus/schuiflus) met daar in 6 vasten. De toer niet sluiten, we haken in spiraal verder.

Haak in de tweede toer in iedere steek 2 vasten zodat je aan het einde van de toer 12 vasten hebt.

In de derde toer haak je in de eerste steek 1 vaste en in de tweede steek 2 vasten. Blijf dit herhalen zodat je aan het einde van de toer 18 vasten hebt.

In de vierde toer haak je in de eerste 2 steken 1 vaste en in de derde steek 2 vasten. Blijf dit herhalen zodat je aan het einde van de toer 24 vasten hebt.

In de vijfde toer haak je in de eerste 3 steken 1 vaste en in de vierde steek 2 vasten. Blijf dit herhalen zodat je aan het einde van de toer 30 steken hebt

 In de zesde toer haak je in de eerste 4 steken 1 vaste en in de vijfde steek 2 vasten. Blijf dit herhalen zodat je aan het einde van de toer 36 steken hebt.

Haak in toer 7 t/m 22 steeds 1 vaste in iedere vaste. Iedere toer heeft dus 36 steken. Sluit af met een halve vaste in de volgende steek en hecht af.

Lijf (bodem) (zwart)

Haak toer 1 t/m 6 van het lijf (bovenkant). Sluit af met een halve vaste en hecht af. Laat een lange draad zitten om de bodem mee aan de bovenkant te naaien.

Voorkant (wit)

Haak 13 lossen. Maak 1 vaste in de tweede losse vanaf de naald en in iedere volgende losse, zodat je eindigt met 12 vasten.

Maak in rij 2 t/m 8, 1 losse, keren, 1 vaste in iedere vaste, dus 12 vasten in iedere toer.

In rij 9 haak je 1 losse, keren, haak de eerste 2 vasten samen, 1 vaste in ieder van de volgende 8 vasten, 2 vasten samen. Je eindigt dus met 10 vasten.

In rij 10 t/m 12 weer 1 vaste in iedere vaste, dus eindigt iedere rij met 10 vasten.

In rij 13 weer starten met 1 losse, keren, eerste 2 vasten samen haken, 1 vaste in de volgende steek, 2 halve stokjes in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende 2 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, 1 vasten samen haken. Dus weer 10 steken in totaal.

In de laatste rij start je weer met een losse, keren, 2 vaste samen haken, 1 vaste in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende 4 steken, 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten samen haken. Hecht af. Laat een lange draad zitten om de voorkant op het lijf te naaien.

Vleugel (2 keer) (zwart)

Haak 8 lossen. Maak in de tweede losse vanaf de naald een vaste. Maak in de volgende steek een half stokje. Haak in de volgende 3 steken een stokje. Haak in de volgende steek 1 half stokje. Haak in de laatste losse 4 vasten (je gaat als het ware de hoek om en haakt aan de andere kant van de lossen verder). Haak in de volgende 6 lossen 1 vaste. Sluit af met een halve vaste in de eerste steek en hecht af. Laat een lange draad zitten om de vleugel mee aan het lijf te naaien.

Snavel (oranje)

Start met een Magic loop met daar in 6 vasten. Sluit de toer niet, we haken in spiraal verder.

Haak in iedere steek 1 vaste zodat je aan het einde van toer 2, 6 vasten hebt. In toer 3 doe je nog een keer hetzelfde en eindigt dus ook met 6 vasten. Haak een halve vaste in de volgende steek en hecht af. Laat een lange draad zitten om de snavel mee aan het lijf te naaien.

Pootje (2 keer) (oranje)

Start met een Magic loop met daar in 6 vasten. Sluit de toer niet, we haken in spiraal verder.

Haak in toer 2 in iedere steek 2 vasten. Aan het einde van toer 2 heb je dus 12 vasten.

In toer 3 en 4 haak je in iedere steek 1 vaste en eindigt iedere toer dus met 12 vasten.

Klap het werk dubbel. We gaan door de voor en achterkant tegelijk haken. Haak 1 vaste, 1 half stokje, 1 stokje, 1 half stokje, 1 vaste. Hecht af. Laat een lange draad zitten om het pootje mee vast te naaien.

In elkaar zetten.

Naai de voorkant op het lijf. Naai de snavel iets boven het midden vast. Maak 2 ogen. Dit kunnen 2 veiligheidsoogjes van 6 mm zijn, 2 kleine knoopjes, kraaltjes of wat je maar kunt verzinnen.

Naai de bodem aan het lijf en vul het lijf als je nog een kleine opening hebt.

Naai pootjes en vleugels op hun plek.

Klaar!