Granny vlaggetje.

Voor de vlaggetjes kun je ieder soort garen gebruiken met een bijpassende haaknaald. Ik heb gekozen voor wol (Merino baby wol) en haaknaald 3,5 mm. Wanneer je werkt met dun garen, wordt het vlaggetje platter dan met dik garen en is daardoor makkelijker aan/tussen een strook stof of lint te naaien. Ik persoonlijk vind het resultaat mooier met dun garen dan met dik garen.

Vlaggetje haken:

Haak een Granny driehoek. Maak deze zo groot als je wilt. Het aantal toeren, en dus ook het aantal steken, maakt niet uit voor het patroon van de rand. Ik heb in totaal 10 toeren gehaakt.

Hecht niet af, we gaan meteen door met de rand. Tijdens het haken van de Granny driehoek keer je het werk na iedere toer. Zo blijft de driehoek ook echt een driehoek, met drie gelijke kanten. Na de laatste toer van de Granny driehoek keer je het haakwerk dus weer om en sluit je de toer.

Haak 1 losse. Haak nu een hele toer vasten rondom de driehoek. Er komt 1 vaste in iedere steek. Alleen in de hoek ruimtes komen 3 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste.

Haak 1 losse en keer het haakwerk. Haak 1 vaste in iedere vaste tot je bij de eerste hoek bent. Haak 3 vasten in de middelste van de 3 vasten in de hoek van de vorige toer. Haak dan nog 1 vaste in de volgende 2 vasten.

Dan een halve vaste in de volgende steek. Als het goed is zit je nu boven het middelste stokje van het groepje stokjes van de laatste toer van de driehoek. Sla 1 steek over. Haak 6 stokjes in de volgende steek. Sla weer 1 steek over en maak een halve vaste in de volgende steek.

Dan weer 1 steek overslaan. Haak 6 stokjes in de volgende steek. Weer 1 steek overslaan. Haak een halve vaste in de volgende steek. Blijf dit herhalen tot je bij de volgende hoek bent.

Haak in de middelste vaste van de hoek 9 stokjes (als het goed is moet je 2 steken overslaan). Na die 9 stokjes weer 2 steken overslaan. Haak een halve vaste in de volgende steek.

Ga nu weer verder met boogjes van 6 stokjes maken. Na het laatste boogje van stokjes ga je weer vasten haken. Eén vaste in iedere steek, behalve op de hoek, daar haak je 3 vasten. Sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste en hecht af.

Meerkleurige vlaggetjes.

Je vlaggetje krijgt een hele andere uitstraling wanneer je meerdere kleuren gebruikt. Dit kun je op verschillende manieren doen. Zie hier een paar voorbeelden. Let op! Wanneer je de rand in een andere kleur doet dan het vlaggetje, keer dan tussen de 2 toeren van de rand niet om. Haak dus de laatste toer op de vasten van de op één na laatste toer met de voorkant van de vasten naar je toe gericht. Dit geeft een mooier eindresultaat.

Gebruik een lint of reep stof om de vlaggetjes aan vast te maken. Ik gebruik een reep stof van minimaal 4 cm breed. Vouw deze in de lengte dubbel en strijk er een vouw in. Vouw ‘m dan weer open en vouw beide zijkanten naar de midden vouw. Weer goed strijken. Daarna dubbel vouwen en een laatste keer strijken. Je hebt nu een smalle strook die aan één kant open is (daar gaat het vlaggetje tussen) en geen rafelige kanten. Steek de vlaggetjes in de open kant van de strook en speld ze vast. De tussenruimte tussen de vlaggetjes kun je zelf bepalen. Ik heb ongeveer 2 cm aangehouden. Naai ze vast. Een uitgebreide uitleg hiervan, met foto’s en filmpje, volgt nog. Daar wordt nog aan gewerkt.