Haken met kraaltjes.
Door kralen toe te voegen aan je haakwerk kun je zelfs het meest simpele patroon heel bijzonder maken. Kralen zijn er in vele soorten en maten dus er is genoeg om uit te kiezen. De juiste combinatie van draad en kraaltjes kan je haakwerk een spectaculaire uitstraling geven.
Er zijn verschillende manieren waarop je kraaltjes kunt toevoegen:
1. Van tevoren rijgen en mee haken.
2. Niet rijgen, later mee haken.
3. Kraaltjes op het haakwerk naaien.
1. Van tevoren rijgen en mee haken.
Deze methode heeft voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat je kralen kunt gebruiken die net aan om de draad heen passen, het gat hoeft niet zo groot te zijn. Nadeel is wel dat je van tevoren moet bepalen welke kralen (kleur, maat en materiaal) je gaat gebruiken en hoeveel kralen je nodig zult hebben. Als je meerdere soorten en/of kleuren gaat gebruiken moet je ook de volgorde van tevoren bepalen. Rijg de kralen dan in tegengestelde volgorde, het kraaltje dat je als laatste rijgt haak je als eerste mee! Tip: Rijg meer kralen dan je denkt nodig te hebben. Het is heel vervelend als blijkt dat je te weinig kraaltjes hebt geregen, alles wat over blijft kun je later van de draad afhalen en ergens anders voor gebruiken.
Wanneer alle kralen op de draad zijn geregen kun je beginnen met haken. Je kunt de kralen op verschillende manieren mee haken:
Je kunt ze toevoegen in een ketting van lossen; schuif steeds een kraal tegen de haaknaald aan en haak dan een losse.
Mee haken aan de voorkant; schuif de kraal richting de haaknaald voor je een nieuwe steek gaat haken, houd de draad aan de voorkant van het haakwerk, insteken en de draad naar achteren verplaatsen, haak de steek zoals gewoonlijk.
Mee haken aan de achterkant; schuif de kraal richting de haaknaald voor je een nieuwe steek gaat haken, houd de draad aan de achterkant van het haakwerk, haak de steek zoals gewoonlijk.
2. Niet rijgen, later mee haken.
Ook deze manier van kralen toevoegen heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat je niet van tevoren hoeft na te denken over welke kralen je wilt gaan gebruiken. Je kunt ter plekke uitproberen wat mooi is. Nadeel is dat je kralen met een iets groter gat nodig hebt en een extra haaknaald in een kleinere maat. Tijdens het haken kun je met een kleinere haaknaald een lus door een kraal trekken en daarna gewoon weer verder haken.
3. Kraaltjes op het haakwerk naaien.
Het grote voordeel van deze methode is dat je achteraf kunt bepalen welke kraaltjes je gaat gebruiken en waar ze moeten komen. Ook kun je hele kleine kraaltjes gebruiken omdat je naaigaren gebruikt en dat is heel dun. Nadeel is dat je er veel geduld voor moet hebben, naaien is niet voor iedereen een ontspannen bezigheid. Ook verliest het haakwerk rekbaarheid. Houd daar rekening mee wanneer je bijvoorbeeld kraaltjes gaat naaien op een kledingstuk.
Gebruik stevig naaigaren in een kleur die past bij het haakwerk. Gebruik een naald met een klein oog.