Rond breien op een rondbreinaald.
Een rondbreinaald zijn eigenlijk 2 korte breinaalden die met elkaar verbonden zijn door middel van een koord. Een rondbreinaald zorgt er voor dat je op een hele makkelijke manier een ronde buis kunt breien (bijvoorbeeld een muts of mouwen), je hoeft dus niet verschillende delen aan elkaar te naaien. Je hebt dus ook geen last van naden.
Pas de dikte van de rondbreinaald aan, aan het materiaal waar je mee gaat breien (zie etiket van je garen). De lengte van de rondbreinaald moet je aanpassen aan de omtrek van het breiwerk. Gebruik een rondbreinaald met een lengte die korter is dan de omtrek van het voorwerp dat je gaat maken. Bijvoorbeeld: Als je een muts gaat breien met een omtrek van 50 cm, gebruik dan een rondbreinaald met een lengte van 40 cm.
Zet steken op zoals je dat gewend bent, dat werkt hetzelfde als bij gewoon breien. De steken moeten over de hele naald verdeeld zijn. Let er op dat alle steken op 1 lijn zitten, er mag geen draai in zitten. Dit is erg belangrijk, je kunt het later niet meer goed maken.
Houdt de kant waar de draad zit in je rechter hand en de andere kant in je linker hand. Start nu met breien (markeer eventueel de eerste steek). Als je alle steken, van iedere toer, recht breit krijg je tricotsteek.