Engeltje.

Lijf en hoofd.

Zet 40 steken op met wit d.m.v. de duim en wijsvinger methode.

Brei naald 1 t/m 6 in tricotsteek (naald 1 recht, 2 averecht enz.)

Naald 7: Brei steeds 2 steken recht, 2 steken recht samen breien (30 steken).

Brei naald 8 t/m 20 in tricotsteek.

Naald 21: Brei steeds 1 steek recht, 2 steken recht samen (20 steken) (Dit is de hals).

Naald 22: Brei vanaf nu verder met roze. Brei 2 steken averecht, 1 steek averecht meerderen (26 steken).

Brei naald 23 t/m 32 in tricotsteek.

Naald 33: Brei steeds 3 steken recht, 2 steken recht samen (21 steken).

Brei naald 34 averecht.

Naald 35: Brei steeds 2 steken recht, 2 steken recht samen (16 steken).

Brei naald 36 averecht.

Naald 37: Brei steeds 1 steek recht, 2 steken recht samen (11 steken).

Neem een nieuwe draad van dezelfde kleur en haal deze door de steken.

Armen.

Zet 12 steken op met wit d.m.v. de duim en wijsvinger methode.

Brei naald 1 t/m 7 in tricotsteek (naald 1 recht, naald 2 averecht enz.)

Naald 8: Brei de steken 2 aan 2 samen (6 steken).

Brei naald 9 t/m 13 in tricotsteek met roze.

Neem een nieuwe draad van dezelfde kleur en haal deze door de steken.

Afwerking.

Sluit de rug naad met behulp van de matrassteek. Naai de onderkant dicht en vul het lijf. Sluit de bovenkant. Rijg een draad door de steken van de hals, trek de draad aan, knoop de uiteinden samen en werk ze weg.

Doe hetzelfde met de armen en naai ze aan het lijf.

Borduur een gezichtje.

Maak haren van losse draadjes (ongeveer 10 cm lang). Naai ze boven op het hoofd vast en gebruik eventueel textiellijm om het verder vast te maken.

Maak vleugels van (plastic) stramien door het dubbel te vouwen en een half hart te knippen. Naai de vouw kant aan de rug van het engeltje.

Naai een versiering tussen de handjes (kraal, sterretje of iets dergelijks).