Beanie met kabels.
Kies voor een volwassen persoon voor de grootste breiring (41 pinnen), voor een kind voor de op 1 na grootste breiring (36 pinnen) en voor een klein kindje/baby voor de op 1 na kleinste breiring (31 pinnen). Verder heb je nodig: dikke wol of meerdere dunne draden bij elkaar, haaknaald (passend bij de wol), breihaak die bij de breiring hoort, naald met stompe punt, stekenhouder, schaar.
Zet steken op met behulp van de haaknaald (ook wel kettingmethode genoemd). We gaan steken recht en averecht breien en ik zelf vind het makkelijk om dan naar links te werken maar het maakt in principe niet uit welke kant je op gaat.
De kleine kabel die we gaan breien wordt gemaakt op 2 steken die recht worden gebreid. Daar tussen in maken we averechte steken. Daardoor komt de kabel mooi naar voren. Je kunt kiezen voor 1 of 2 steken averecht tussen de kabels. Die serie steken wordt de herhaling. Dus als je kiest voor een kabel met 2 steken averecht er tussen herhaal je dus steeds 4 steken, 2 recht, 2 averecht. Als je kiest voor 1 steek averecht er tussen dan herhaal je dus steeds 3 steken, 2 recht, 1 averecht.
Als je kiest voor de grootste ring met 41 pinnen en je maakt een kabel met 2 steken averecht er tussen, dus herhaling iedere 4 steken, dan deel je 41 door 4. Dat komt dus niet precies uit. Je houdt 1 steek over (10x4=40, +1). Dan krijg je ergens een steek averecht extra, tussen de kabels. Dat is niet erg, het valt niet heel erg op.
Als je kiest voor de ring met 36 pinnen en je breidt de kabel met 1 steek averecht er tussen, dus herhaling iedere 3 steken, dan deel je 36 door 3. Dat komt dus precies uit (12x3=36).
Je breidt steeds een herhaling van 4 toeren: 2 toeren: 2 recht, 1 of 2 averecht, herhalen. Dan 1 toer: 2 rechte steken wisselen van pin en recht breien, averechte steken averecht breien. Als laatste 1 toer hetzelfde als de eerste 2 rijen.
Het is belangrijk dat je het wisselen van de rechte steken steeds op dezelfde manier doet anders krijg je verschil in de kabels. Ik haal de tweede rechte steek van de pin af met de stekenhouder. Dan verplaats ik de eerste rechte steek naar die lege pin. Daarna zet ik die tweede rechte steek op de eerste pin. Let op dat je lussen op dezelfde manier terug zet op de pinnen, de lussen niet draaien.
Voor een volwassene zou ik die 4 toeren 10 keer herhalen. Voor een kind 7 of 8 keer en voor een klein kind/baby 6 keer. Maar je kunt de muts natuurlijk zo lang maken als je wilt.
Je kunt ook meerdere toeren zonder kabelsteek er tussen breien als je dat mooier vindt. Bijvoorbeeld een herhaling van 5 toeren, 3 toeren met 2 recht 2 averecht, 1 toer met kabelsteek, 1 toer met 2 recht 2 averecht. Voor een volwassen persoon dan geen 10 keer herhalen, dan wordt het veel te lang, maar bijvoorbeeld 8 keer.
Na de laatste herhaling breien we nog 1 toer. In die toer gaan we steken minderen. Als je 2 steken averecht tussen de kabels hebt gemaakt dan gaan we deze toer die 2 steken averecht samen breien. Zet de averechte steken samen op 1 pin en brei ze averecht samen. Als je maar 1 averechte steek hebt gemaakt tussen de kabels, brei dan de rechte steken samen. Zet de rechte steken samen op 1 pin en brei ze recht samen.
Daarna knip je de draad af (zorg dat hij lang genoeg is, hij moet minimaal 1 keer om de ring kunnen) en haal ‘m door de lussen. Ga bij de ene lus van onder naar boven en bij de andere lus van boven naar onder. Blijf herhalen tot je weer bij het begin bent. Haal de steken van de breiring, aantrekken en aan de binnenkant afhechten.