Tres koord

Een tres geknoopt koord bestaat uit stevig aangetrokken lussen. Je kunt deze techniek uitvoeren met 1 of 2 draden. Een tres koord gemaakt met 1 draad lijkt heel veel op een ketting van lossen (haken). Het enige verschil is dat hierbij de lussen strak worden aangetrokken zodat er een stevig koord ontstaat. Een tres koord van 2 draden is dikker en het effect met 2 verschillende kleuren draad is erg leuk.

Een tres geknoopt koord kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Tres koord kan net als tres band worden gebruikt om een rand af te werken. Tevens is het geschikt voor het maken van (naald)kant zoals bijvoorbeeld lintkant / bandkant (in het Engels Tape lace). En natuurlijk kun je het gebruiken als een trekkoord.

Tres koord met 1 draad.

Neem een draad die 5 keer zo lang is als het uiteindelijke koord moet worden. Zet één van de uiteinden tijdelijk vast aan een stevig object zoals een deurknop, tafel of stoel. Maak zo dicht mogelijk bij dat uiteinde een opzetlus. Laat de lus naar beneden hangen en houd de werkdraad aan de achterkant. Steek je vinger(s) door de lus en trek de werkdraad door de lus zodat er een nieuwe lus ontstaat en trek het strak aan. Trek daarna aan de werkdraad om de lus kleiner te maken. Herhaal deze stappen tot het koord de beoogde lengte heeft. Beëindig het koord door het uiteinde van de werkdraad door de lus te halen en deze strak aan te trekken.

Tres koord met 2 draden.

Neem een draad die 8 keer zo lang is als het uiteindelijke koord moet worden. Of, wanneer je met 2 verschillende kleuren werkt, 2 draden van 4 keer de lengte. Als je met 1 kleur werkt maak je in het midden van de draad een opzetlus. Als je met 2 kleuren werkt maak je een opzetlus in één van de uiteinden.

Neem één draad in de linker hand en één draad in de rechter hand. Vouw één draad dubbel en vorm zo een lusje. Steek dit lusje door de andere lus. Trek de andere lus aan. Vouw nu de andere draad dubbel en vorm zo een lus. Steek die door de andere lus en trek die aan. Dus steeds om en om dezelfde handelingen. Om een mooi gelijkmatig koord te krijgen moet je afwisselend aan de lus en aan de draad trekken. Laat de lus niet draaien maar houd ‘m plat. De werkdraden blijven naar buiten gericht.  Afkanten doe je door de draad van de lus helemaal door te trekken en samen te knopen met de andere draad.

Met deze techniek kun je hele leuke armbandjes maken!