Ruitjes met kraaltjes.
Gebruik 3 kleuren draad, in dit geval gebruik ik borduurgaren. Neem van kleur a 2 draden (ik neem groen), 1 draad van kleur b (ik neem geel) en 1 draad van kleur c (ik neem beige).
Pak de dragen bij elkaar en maak in het midden een lusje (kijk hier voor extra uitleg over het starten met een lusje). Zo komen alle draden bij elkaar, 8 in totaal.
Voor een armbandje van 15 cm lang heb je ongeveer nodig:
2 draden van 170 cm in kleur a
1 draad van 3 meter in kleur b
1 draad van 1,5 meter in kleur c
Van één van de draden in kleur a blijft, na het knopen, meer draad over dan van de andere draad.
Leg de draden in deze volgorde neer: groen, groen, beige, geel, geel, beige, groen, groen. De gebruikte knopen zijn de vriendschapsknoop naar links en de vriendschapsknoop naar rechts.
Knoop de middelste draden (geel) samen. Knoop met de linker gele draad naar links. Twee knopen naar links op de beige draad, twee knopen naar links op de groene draad en één knoop naar links en één knoop terug naar rechts op de laatste draad. Geel komt op de tweede plaats terecht. Doe hetzelfde met de rechter gele draad maar dan naar rechts.
Knoop de middelste twee draden (beige) samen. Knoop met de linker beige draad één knoop naar links om groen en daarna één knoop terug naar rechts om groen. Beige komt dus weer in het midden uit. Doe hetzelfde met de andere beige draad maar dan naar rechts. Knoop de twee beige draden daarna weer samen.
Knoop met de linker gele draad twee knopen naar rechts op groen en beige zodat hij in het midden uit komt. Knoop met de rechter gele draad twee knopen naar links op groen en beige zodat hij in het midden uit komt. Knoop de twee gele draden samen.
Knoop met de linker groene draad twee knopen naar rechts op groen en daarna één knoop naar rechts en één knoop naar links op beige. Deze groene draad komt op de tweede plaats terecht. Doe hetzelfde aan de rechter kant maar dan andersom.
Knoop de tweede groene draad twee keer naar links om groen, de groene draden wisselen dus van plek. Doe dit aan beide kanten.
Nu alle stappen herhalen. Je hoeft nu de gele draden niet eerst weer samen te knopen, dat is al gedaan.
Wanneer het armbandje lang genoeg is maak je twee vlechtjes. Naai daarna kleine kraaltjes in het midden van de ruitjes. Gebruik stevig naaigaren in een kleur die past bij het armbandje. Hecht de draad aan de achterkant aan en zet het extra vast met behulp van (textiel)lijm.