Weven op karton.
Je hebt voor weven niet speciaal een weefraam nodig. Je kunt ook een tijdelijk weefgetouw maken van karton. Het is een goedkope oplossing, is snel klaar en neemt weinig ruimte in. Je kunt aan één kant van het karton weven zodat je een recht lapje krijgt maar je kunt ook om het karton heen weven (rond) zodat je een tasje voor bijv. een mobiele telefoon kunt maken.
Recht weven op karton.
(geruit lapje met franjes)
Dit heb je nodig: ribbelkarton 30 x 30 cm, liniaal, potlood of fineliner, strook karton of iets anders stevigs van 7 cm breed (ik gebruik een plastic placemat), restjes wol of katoen, naald met stompe punt, schaar, plakband.
Maak eerst een weefraam. Teken op het karton van 30 x 30 cm een strook van 8 cm aan de linker en rechter kant. Let op: de ribbels van het karton moeten verticaal liggen! Teken langs de boven en onderkant een strook van 1 cm. Teken tussen de stroken van 8 cm, op de lijn van 1 cm, om de halve cm een streepje. Doe dit boven en onder. Plak hier plakband overheen, sla het plakband over de rand en laat het aan de achterkant doorlopen. Dit voorkomt dat het karton gaat scheuren en kun je het weefraam meerdere keren gebruiken. Knip op de streepjes tot de lijn van 1 cm. Verstevig het karton eventueel aan de achterkant met een extra stuk karton.
Nu gaan we de schering draden spannen, dit zijn de verticale draden. Gebruik 1 of meerdere kleuren. Gebruik een dubbele draad. Plak het uiteinde van de draden aan de achterkant van het karton vast. Kom via het eerste gleufje naar de voorkant. Ga recht naar beneden en door het eerste gleufje er recht tegenover weer naar achteren. Dan naar rechts door het volgende gleufje weer naar voren en recht naar boven. Ga zo door. Trek de scheringdraden niet al te strak aan anders wordt het weven heel moeilijk. Als je een andere kleur wilt gaan gebruiken plak je de draden aan de achterkant vast en knip de draden af. Span zo veel draden als je wilt.
Start nu met weven. Weef eerst de strook karton (of iets anders) door de draden. Dit geeft je een rechte kant om te starten en houdt je draadjes voor de franjes over.
De draad waar je mee weeft, van links naar rechts en van rechts naar links, heet de inslagdraad. Weef met een enkele draad over 1 en onder 1 draad. Weef met een dubbele draad over 2 en onder 2 draden. Wissel dit af voor een leuk effect. Schuif de draden aan maar niet te strak. Laat aan de zijkanten steeds ongeveer 8 cm draad oversteken, dit worden de franjes aan de zijkanten. Stop wanneer je lapje de gewenste lengte heeft.
Maak nu het lapje af door alle franje draadjes met elkaar te knopen. Start met de inslag draden (links en rechts), daarna de schering draden.
Als je de randen van het lapje meer stevigheid wilt geven kun je met de naaimachine een zigzag randje naaien langs de randen. Knip de franjes op gelijke lengte af.
Tip: Probeer deze techniek met verschillende materialen zoals katoen, wol, mohair en zelfs lapjes stof.
Nog een tip: Wissel de hoeveelheid draden af, dus met kleur 1 bijv. 5 draden en kleur 2 maar 1 draad. Dit geeft een leuk effect.
Weven rondom karton.
(zakje voor bijv. mobiele telefoon of mp3 speler)
Materiaal:
- Dik karton (dubbel laags met groeven bijvoorbeeld een oude doos)
- Haakkatoen
- Restjes wol of reepjes stof
- Grote naald met stompe punt
- Pen of potlood
- Schaar
- Liniaal
Teken op het karton een rechthoek. Maak de rechthoek 3 cm hoger en 2 cm breder dan datgene wat er in komt (bijv. telefoon of mp3 speler). Let op: zorg dat de groeven in het karton verticaal lopen. Knip de rechthoek uit. Teken op 1 cm van de bovenkant en van de onderkant een horizontale lijn. Teken een vakverdeling van ongeveer 6 a 7 mm breed. Knip de vakverdeling in.
Nu gaan we met het katoen de verticale draden spannen. Start rechts. Laat een draadje van ongeveer 15 cm over hangen, deze hechten we later af. Doe de draad door het eerste gleufje rechts boven. Ga aan de achterkant van het karton naar beneden en kom door het eerste gleufje rechts beneden weer naar voren. Ga weer naar boven, door dezelfde gleuf.
Ga nu aan de achterkant naar links, door het eerst volgende gleufje naar voren. Dan recht naar beneden, door het gleufje en aan de achterkant weer recht omhoog. Bovenaan weer door dezelfde gleuf naar voren.
Ga zo door. Dus onderaan van voren naar achteren of andersom, bovenaan steeds een vakje naar links verplaatsen. Op deze manier wordt de onderkant straks dicht en de bovenkant open. Je eindigt links bovenaan.
Knip de draad af op ongeveer 15 cm. Weef het eindje van links naar rechts tussen de gleufjes door. Haal het draadje van het begin tussen de draden uit en doe daar hetzelfde mee. Het zou er nu ongeveer zo uit moeten zien.
Nu ga je weven. Pak de wol of stofreepjes en weef rondom het karton, over, onder, over, onder enz. enz. Een lange stompe naald kan hierbij een heel handig hulpmiddel zijn. Weef rondom tot er bovenaan geen draad meer bij kan. De uiteinden van je draden blijven los hangen, deze hechten we aan het einde af. De kant waar je nu tegenaan kijkt wordt de binnenkant van het zakje.
Als er geen draden meer bij kunnen gaan we de uiteinden afhechten. Als je met wol werkt kun je de draadjes aan elkaar knopen en tussen de draden wegwerken. Als je met repen stof werkt kun je de uiteinden met naald en draad vast naaien.
Nu gaan we de verticale draden afhechten. De 2 uiteinden zitten bovenaan. Let op dat je die draden niet laat oversteken naar voren of achteren, dan sluit je de bovenkant van het zakje en dat is niet de bedoeling!
Scheur nu voorzichtig alle kartonnen vakjes van de bovenkant en onderkant af. Gebruik geen schaar, daarmee voorkom je dat je de verticale draden per ongeluk door knipt! Rol het zakje met karton er in op (2 kanten op). Dit maakt het karton soepel en nu kun je het karton uit het zakje halen.
In principe is het zakje klaar. Je kunt er nu een ritsje in zetten, een voering in naaien of een treksluiting maken met touw of wol. Je kunt ook een klepje haken of naaien en met een leuke knoop sluiten.