Recht en averecht.
Recht.
In het Engels heet dit de Knit Stitch (k).
Er zijn 3 verschillende manieren om een rechte steek te maken. Ik start met de officiële manier.
Leg de werkdraad boven de lus.
Steek je haakje van onder naar boven door de lus en trek de draad door de lus.
Zo ontstaat er een nieuwe lus.
Pak die nieuwe lus vast, haal de oude lus van de pin af en zet de nieuwe lus op de pin.
Trek de draad aan (niet al te strak).
Dit is het resultaat van deze manier van recht breien, het is een mooie tricotsteek.
De tweede manier is de u-steek. Leg de draad losjes om de pin heen in de vorm van een u.
Haal de onderste lus over de bovenste lus.
Wanneer je nu door gaat naar de volgende pin moet je niet al te veel aan de werkdraad trekken, dan wordt het breiwerk te strak.
Dit is het resultaat van deze manier van recht breien, het is een platte tricotsteek.
De laatste manier is de e-tjes steek. (In het Engels wordt dit de e-wrap genoemd)
Wikkel de draad om de pin, in de vorm van de letter e.
De draad kruist zichzelf aan de binnenkant.
Haal de onderste lus over de bovenste lus.
Dit is het resultaat van deze manier van recht breien, het ziet er grover uit (grotere lussen).
Voor al deze manieren van recht breien geldt dat de steken ontspannen wanneer je er in de lengte richting aan trekt.
Averecht.
In het Engels heet dit een Purl stitch (p).
Leg de draad onder de lus op de pin.
Steek van boven naar beneden door de lus. Haal de draad door de lus.
Zo ontstaat een nieuwe lus.
Pak de nieuwe lus vast en haal de oude lus van de pin. Zet de nieuwe lus op de pin en trek de draad aan.
En dit is het resultaat.
Foto volgt later.