Vormen en steken.
Vormen.
Je kunt een scrumble starten met iedere vorm die je maar kunt verzinnen. Bloemen en bladeren worden veel gemaakt en natuurlijk simpele basis vormen zoals cirkels, vierkanten, rechthoeken en driehoeken. Hier onder laat ik nog een aantal andere vormen zien die leuk zijn om te verwerken in een Freeform project.
- Halve cirkel.
Als je een halve cirkel wilt haken met vasten, dan start je met 2 lossen. Als je een halve cirkel wil haken met stokjes, dan start je met 5 lossen.
Een halve cirkel haken gaat qua steken meerderen het zelfde als een hele cirkel haken. Het enige verschil is dat je de helft van het aantal steken haakt en dat je steeds moet keren en keerlossen moet maken.
Stel dat je normaal gesproken een cirkel haakt die start met 6 vasten, dan start je een halve cirkel met 3 vasten. Vervolgens haak je 1 keerlosse en keer je het werk. Ik zou in dit geval de keerlosse niet tellen als een steek. Dan meerder je zoals je dat bij een cirkel ook doet: eerst in iedere steek 2 steken, volgende rij afwisselend 1 steek en 2 steken, volgende rij afwisselend 2 keer 1 en 1 keer 2 steken enz. enz.
Met stokjes werkt het precies hetzelfde alleen haak je dan 2 of 3 keerlossen (ligt aan hoe strak je haakt). Ik zou de keerlossen in dit geval wel tellen als het eerste stokje.
Je kunt de halve cirkel ook starten met een Magic loop, trek het alleen niet heel strak aan.
- Button.
Een button (knoop/knop) is een bolle vorm die veel wordt gebruikt in Freeform handwerk.
Start met een ketting van lossen (4, 5 of 6 lossen ongeveer). Sluit deze met een halve vaste tot een ring. Haak 1 losse en haak daarna vasten in de ring. Je hoeft de steken niet te tellen want je gaat door tot je bij de eerste bent aangekomen.
Haak dan een halve vaste in de eerste vaste. Maak weer 1 losse en ga weer vasten haken in de ring. Steek niet in, in de bovenkant van de vaste maar weer in het midden van de ring. Je haakt dus over de vasten heen.
Sluit de toer weer met een halve vaste in de eerste vaste. Als je nog genoeg ruimte hebt in het midden van de ring, haak dan nog een toer vasten over de vorige vasten.
Sluit af met een halve vaste in de eerste vaste van de laatste toer. Draai de knoop om. De achterkant is in dit geval de voorkant. Hecht de draden af.
Haak eventueel een toer kreeftsteek of vasten om de knoop.
- Meerkleurige spiraal.
Dit kun je doen met 2 of meer kleuren. Kies garen dat qua dikte ongeveer gelijk is.
Start met een ketting van lossen, hoeveel hangt er van af met hoeveel kleuren je de spiraal gaat maken en hoeveel stokjes er in de ring zullen komen. Sluit de ring met een halve vaste in de eerste losse.
Start met 3 lossen en haak dan stokjes in de ring, tussen de 4 en 7 stokjes afhankelijk van hoeveel kleuren je gaat gebruiken en hoe groot je ring is. Trek een grote lus en laat de draden hangen.
Hecht de volgende kleur aan en doe het zelfde als met kleur 1. Indien gewenst met een derde/vierde kleur herhalen.
Haak steeds stokjes op de 3 lossen van het eerste stokje. Haak 2 of 3 stokje in de laatste losse om de bocht om te gaan. Waar je rechtdoor gaat haak je 1 stokje op ieder stokje.
Afhechten kun je doen waar en wanneer je maar wilt. Je kunt de rand geleidelijk af laten lopen door steeds kleinere steken te maken (van stokje naar half stokje naar vaste naar halve vaste).
Steken.
Je kunt in Freeform werkelijk alle soorten haak en breisteken verwerken. Ik vind het zelf wel leuk om steken met verschillende structuren te gebruiken in één project. Ik gebruik dus veel reliëfsteken zoals bijv. Reliëfstokjes, Noppen en Popcornsteek.
Een veel gebruikte haaksteek in Freeform is de Bullionsteek. Dit is een zeer decoratieve steek maar een beetje lastig om uit te voeren. Als je ‘m eenmaal onder de knie hebt zal je ‘m waarschijnlijk zeer regelmatig gebruiken.