Naalden.

Algemene informatie.

De dikte van een naald wordt over het algemeen aangegeven door middel van een cijfer. Hoe hoger het cijfer, hoe dunner de naald.

Een naald slijt naar mate je 'm gebruikt. Vervang je naald daarom regelmatig. Richtlijn: start een nieuw project altijd met een nieuwe naald. Dit geld voor hand- en machinenaalden.

Bij het kiezen van een naald houd je rekening met de volgende zaken: het materiaal waar je doorheen steekt, de draad die je gebruikt en het soort handwerk (naaien/borduren/breien/haken e.d.).

Onthoud dat de naald en/of het oog (vaak het dikste deel van de naald) de grootte van het gaatje in de stof bepaald, de naald maakt ruimte voor de draad. Is het oog te kleine en de draad te dik dan gaat het doorhalen moeizaam en beschadigd de draad bij het door de stof heen trekken. Dit is vaak ook goed te horen. Is de naald te dik en de draad heel dun dan blijft er een groot gat zichtbaar en dat is niet mooi. Je moet dus de juiste balans vinden. Naald en draad moeten bij elkaar passen.

Hier onder een overzicht van verschillende soorten naalden.

	Borduurnaald. Heeft een scherpe punt en een lang oog. Meest gebruikte maten: 3, 5, 7, 9, 10 en 12.
	Crewelnaald. Dit is een soort borduurnaald. Een Crewelnaald heeft een scherpe punt en een lang oog. Deze naald wordt gebruikt voor Crewel borduren. Dat is oppervlak broduren met een wollen draad. Meest gebruikte maten: 3, 5, 7 en 9.
	Chenillenaald. Een chenillenaald heeft een scherpe punt en een iets groter oog dan een borduurnaald of Crewelnaald. Een chenillenaald is handig voor het werken met dikker garen of lint. Meest gebruikte maten: 18, 22 en 24.
	Matrasnaald. Wordt ook wel een knopennaald of poppennaald genoemd. Dit is een extra lange, scherpe naald met een klein oog.
	Kralennaald. Dit is een dunne naald met een klein, smal oog. Hierdoor past hij door het gat van een kraal.
	Naainaalden. Scherpe naald met een slanke punt en een klein oog. Bedoeld voor algemeen naaiwerk en applicatie. Worden ook wel Sharps genoemd. Niet gebruiken voor borduren. Deze naald is wel handig voor het op elkaar rijgen van quiltlagen.
	Quiltnaalden. Een quiltnaald is een naainaald met een nog iets kleiner oog. Dit worden ook weleens Betweens genoemd. Deze naalden zijn vanwege het kleine oog ook handig voor het werken met kraaltjes.
	Tapisserienaald of tapijtnaald. Hij heeft een ronde, niet scherpe punt en een groot oog. Deze naald wordt gebruikt voor kruissteek borduren en ander telwerk op stof of stramien waar al gaatjes in zitten (zoals Aida). Tevens zijn deze naalden ook handig voor het afhechten van draden in haak- of breiwerk. Meest gebruikte maten: 22, 24, 26 en 28.
	Kromme naalden. Deze naalden hebben een scherpe punt. Ze zijn bedoeld voor klusjes waar een rechte naald niet werkt of niet handig is.
	Garennaalden. Bedoeld voor het weven of afhechten van draden in haak-, weef- of breiwerk. Geschikt voor dikke garens. Het flexibele oog zorgt er voor dat je dikke draden makkelijker door het handwerk heen kunt trekken. Wij verkopen deze naalden hier in onze webshop.