Dubbelzijdig Tunisch haakwerk.
Voor deze techniek heb je een dubbele Tunische haaknaald nodig, dat is een haaknaald met twee even grote haakjes zonder verdikking/duimsteun. Deze kun je hier bestellen. De lengte van de haaknaald is niet van belang, de dikte wel. Kies een garen dat past bij de dikte van de haaknaald. Tunisch haakwerk is over het algemeen dikker en stugger dan gewoon haakwerk dus je kunt een iets dunner garen kiezen.
Dit haakwerk is aan twee kanten hetzelfde en lijkt veel op breiwerk. Alleen bij gebruik van meerdere kleuren zie je verschil. Bij gebruik van 2 kleuren is iedere kleur aan één kant dominant. Het haakwerk is in de lengte heel rekbaar en in de breedte bijna niet.
Start met een ketting van lossen. Voor een proeflapje haak je 15 tot 20 lossen. Vervolgens ga je, net als bij gewoon Tunisch haken, lussen ophalen uit de lossen (Je kunt gewoon door de losse heen steken maar het is mooier wanneer je door het achter lusje van de losse steekt). Deze draad noem ik kleur 1.
Bij gewoon Tunisch haakwerk zou je nu, in de tegengestelde richting, de steken afmaken. Bij dubbelzijdig Tunisch haakwerk keer je nu het werk en maak je de steken af in dezelfde richting. Om dit te kunnen doen moet je een tweede draad aanhechten. Dit kan dezelfde kleur zijn maar je kunt ook een andere kleur kiezen. Dit geeft een heel leuk kleureffect. Deze draad noem ik kleur 2. Net als bij gewoon Tunisch haakwerk sla je de draad om en haalt ‘m door 1 lus (kantsteek), daarna steeds omslaan en door 2 lussen halen.
Aan het einde van deze rij heb je nog 1 lus over. Deze lus is gemaakt met kleur 2. Deze kleur wordt nu kleur 1 en de andere kleur wordt kleur 2. Nu ga je weer lussen ophalen uit de verticale lussen. Wanneer alle lussen op de naald staan keer je het werk weer om en ga je de steken afmaken met de andere kleur, nu kleur 2.
Aan het einde van deze rij heb je nog maar 1 lus over. Nu wisselen de kleuren weer van nummer. Kleur 2 wordt kleur 1 en gebruik je weer om lussen op te halen. De andere kleur wordt kleur 2 en daar maak je de steken mee af.
Wanneer je dit goed in de vingers hebt kun je het iets ingewikkelder maken. Probeer dit haakwerk eens met 4 kleuren i.p.v. 2. Dit zorgt voor een heel gaaf kleureffect.
De techniek blijft hetzelfde en ook in dit geval wordt kleur 2 de nieuwe kleur 1, waar je de nieuwe lussen mee gaat ophalen. Het verschil is dat kleur 2 niet wisselt met kleur 1 maar met kleur 3. Aan iedere zijkant vindt deze kleurwisseling plaats. Het wisselen van kleur moet je op een speciale manier doen om een nette rand te krijgen, ik laat zien hoe dit werkt in het filmpje onderaan deze pagina.
Je kunt veel meer kleuren gebruiken maar dan heb je veel draadjes om af te hechten. Wanneer je deze draadjes aan de zijkanten samen knoopt heb je leuke franjes.
Wanneer je een groter werkstuk maakt moet je vaker keren. Je haalt een aantal lussen op tot er weinig ruimte over is op de naald. Dan keer je het werk en maakt de steken af (niet allemaal, laat 3 lussen over). Dan keer je weer terug en ga je weer lussen ophalen. Dit kun je zo vaak herhalen als nodig is.
Afkanten doe je op de gebruikelijke manier, haak in iedere verticale lus een halve vaste.
Alternatief voor de zijkanten.
Mocht je de lusjes aan de zijkant van dit haakwerk niet zo mooi vinden dan is er een alternatief. Op deze manier krijg je minder grote lussen aan de zijkant. Het nadeel van deze methode is dat ik het er iets rommeliger uit vind zien, het ten koste kan gaan van de rekbaarheid en dat de draden sneller in de knoop kunnen raken. Ik laat in dit filmpje zien hoe dit werkt en wat het resultaat is.
Welke kleur komt waar?
Kies 4 kleuren en schrijf op een kladblaadje:
Kleur 1:
Kleur 2:
Kleur 3:
Kleur 4:
Voor je gaat kiezen welke kleur waar gaat komen moet je dit weten:
- Aan één kant van het haakwerk worden kleur 1 en 3 samen dominant en aan de andere kant worden kleur 2 en 4 samen dominant.
- Wanneer je het haakwerk in de lengte uitrekt zie je de voorkant van de rijen (de Tunische steken, de verticale lussen). Bij rij 1 zijn de lussen gemaakt met kleur 1. De steken worden afgemaakt met kleur 2. Dit is de kleur die je tussen de verticale lussen ziet. In de rij waar de lussen zijn gemaakt met kleur 2 zie je dat kleur 3 de achtergrond kleur is, enz.
Hier een voorbeeld:
Kleur 1: Roze
Kleur 2: Bruin
Kleur 3: Groen
Kleur 4: Geel
Het begin en eind aan elkaar haken.
Wanneer je een rond/buisvormig item wilt maken kun je het begin en eind aan elkaar haken met halve vasten. Stop dan aan de zijkant wanneer je nog maar 1 lus op de naald hebt, voor je aan een nieuwe rij gaat beginnen.
Vouw het begin en eind naar elkaar toe. Je ziet welke kleuren aan deze kant dominant zijn, in mijn geval zijn dat bruin en geel.
Ik ga de halve vasten maken met bruin, de kleur van de eerste ribbel. Ik moet nu dus eerst van kleur wisselen, gewoon de draad omslaan en doorhalen, roze blijft achter en bruin is de nieuwe werkdraad.
Maak nu een halve vaste achter de beginlossen langs. Houd de werkdraad aan de onderkant. Steek achter de verticale lus langs en, van boven naar beneden, achter de losse langs. Dan omslaan en door alle lussen halen.
Ik laat alles stap voor stap zien in dit filmpje.
Draden afhechten.
De eindjes afhechten doe je in een rij waar je de desbetreffende kleur als 2e kleur hebt gebruikt, de steken zijn met deze kleur afgemaakt. Ik laat hier zien hoe je dat kunt doen.
Met deze techniek kun je ook leuke patronen haken zoals: Dubbelzijdig Tunisch gehaakte muts en Sjaal en vingerloze handschoentjes en Col.